Met bijna geen open water, was het vanochtend rustig qua vogels. Bergeenden en Grauwe Ganzen waren het meest vertegenwoordigd, zowel in de Veer- als in de Hennepoelpolder.
Bergeenden zaten er nog wel vanochtend. |
Het weinige telwerk gaf me de tijd om rustig na te denken over de vogeldiversiteit in de polders. De afgelopen jaren heb ik de indruk dat die langzaam achteruit gaat, maar is dat ook hard te maken?
Pimpelmezen in de Lisdodde. |
Hoe meet je dat eigenlijk, de diversiteit? Dat is afhankelijk van welke definitie je gebruikt. Er zijn verschillende, maar meestal wordt gekeken naar èn het aantal soorten èn de verspreiding van de individuen over die soorten. Een maat die je daarvoor kunt gebruiken is de Simpsons Index of Diversity (1-D), die de kans berekent dat 2 willekeurig gekozen exemplaren tot verschillende soorten behoren.
De waarde van deze index varieert tussen 0 en 1. Hoe dichter bij 1, hoe hoger de diversiteit. Als het aantal soorten toeneemt, stijgt de index, maar als de bijdrage van één soort aan het totaal toeneemt, daalt de index.
Wintertalingen in een laatste stukje open water. |
Om een beeld te krijgen van het verloop van de vogeldiversiteit de afgelopen 12 jaar (2009-2020) heb ik de Simpsons Index of Diversity berekend. Omdat het aantal tellingen in een jaar niet altijd gelijk is, heb ik gerekend met het maximaal aantal exemplaren van een soort in één telling.
Het aantal waargenomen soorten is in deze periode in de Veerpolder redelijk stabiel, tussen de 80 en de 90 per jaar. De aantallen variëren tussen de 350 en 450 gemiddeld per telling. Wel is de bijdrage van de ganzen aan het totaal aantal vogels sterk toegenomen. In 2009 was 2,8% van de getelde vogels een Grauwe Gans, in 2020 was dat opgelopen tot 19,7%. De verwachting was dus dat de diversiteit zou zijn afgenomen. Dat blijkt inderdaad het geval.
Verloop Simpsons Diversiteitsindex in de Veerpolder per jaar (2009-2020). |
Verloop Simpsons Diversiteitsindex in de Hennepoelpolder per jaar (2009-2020). |
Wat je precies kunt zeggen op basis van deze getallen, weet ik niet zo goed. De diversiteit gaat omlaag en de toename van het aantal ganzen lijkt daar de voornaamste reden voor, dat lijkt me duidelijk. Of een index van 0,85 alsnog hoog is of niet, dat weet ik niet. De komende tijd ga ik daar eens goed over nadenken.
Zwarte Kraai |
Hoe zit het met de tureluur? Ik kan mij herinneren dat ik in 2013 en 2014 veel in de polders kwam en daar ook heel veel tureluurs zag. De laatste 2 a 3 jaar vind ik dat een stuk minder, maar ik kan er naast zitten, ook kleine plevieren lijken minder talrijk. Kan ook zijn dat ze niet meer te zien zijn vanaf de paden, bij de veerpolder is het zo dichtgegroeid dat je de slikplaten niet goed meer kan zien vanaf het pad...
BeantwoordenVerwijderenHoi Ghita, het gaat inderdaad niet zo goed met deze soorten in de polders. Ik kan me herinneren dat de Tureluur hier broedde, maar de laatste jaren zitten er nog zelden in de telling. Het landschap is alleen nog geschikt voor voedsel zoeken in de voorjaars- en de najaarstrek. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de Kleine Plevier, al heeft die nooit in grote aantallen aanwezig geweest.
Verwijderen