Geluid is heel belangrijk tijdens het vogelen. Veel vogels hoor je vaak voordat je ze ziet. Dat geldt onder andere voor de
Witgat en de
Oeverloper. Vanochtend hoorde ik bij binnenkomst de eerste en een beetje later de tweede. De
Witgat bleek met zijn tweeën te zijn, de
Oeverloper in zijn eentje.
 |
| De eerste Oeverloper in de tellingen dit jaar. |
Een derde geluid kwam later uit het moerassige deel van de Veerpolder, bij de ingang aan de Houttuynhof. Daar scharrelde een
Kleine Plevier rond. Nieuw voor de tellingen dit jaar, maar eerder al een paar keer gemeld. 22 April is erg laat voor de
Kleine Plevier om te verschijnen in de tellingen. Normaal is hij er al eind maart-begin april.
 |
| De eerste Kleine Plevier in de tellingen dit jaar. |
Er zitten gelukkig ook nog
Watersnippen in de polders. De laatste jaren neemt hun aantal af. In deze tijd zijn het er nooit heel veel, maar nu zijn het er wel heel weinig. Ik kon er met moeite 3 vinden in de Veerpolder. Met moeite, want ze zitten in de randjes, half verscholen in de begroeiing. Als die begroeiing ook nog eens gelig/bruinig is, vallen ze echt niet op.
 |
| Twee van de drie Watersnippen deze ochtend. |
En zo neemt het aantal soorten voor dit jaar gestaag toe. De teller staat inmiddels op 87 soorten. Het is nog even wachten op de Bosruiter, de Bosrietzanger, de (gier)zwaluwen en een paar strandlopertjes. De Koekoek zat vanochtend te roepen aan de andere kant van de spoorlijn en zag binnenkort dus ook wel waargenomen worden in de polders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.