En vandaag soort 100 binnen

Vanochtend 35 soorten geteld in de polders, 5 meer dan vorige week. Gemiddeld genomen is het aantal soorten omgekeerd evenredig aan het aantal aanwezige vogels, dus zaten er vanochtend weer minder dan 1000, namelijk 852.

Met de Waterpieper en de Kramsvogel is dit jaar het aantal waargenomen soorten (ter plaatse) gestegen naar 100. Voor het eerst sinds het begin van de tellingen zo'n hoog aantal. Van die 100 soorten zaten er 94 in de tellingen. De andere 6 zijn alleen tijdens losse bezoeken gezien. 94 is gelijk aan het aantal soorten in 2011.

Waterpieper op het eilandje in de Veerpolder.

De Waterpieper vloog in kleine groepjes rond en verdween telkens in de vegetatie. Slechts 1 liet zich fotograferen op het eilandje in de Veerpolder. In totaal kon ik er met zekerheid 7 tellen, waarvan 1 in de Hennepoelpolder. Waarschijnlijk zaten er nog wel meer.

De Slobeenden (160) waren weer in grote getale aanwezig, maar er zaten beduidend minder Wintertalingen ('slechts' 123) en Krakeenden (118). Zanglijsters (4) zaten in de boompjes rondom de Veerpolder, net als de Koolmees (2), Roodborst (4), Pimpelmees (1) en Merel (2).

Stormmeeuw in de Hennepoelpolder, eerder deze week.

Een soort die met name 's winters de polders bezoekt is de Stormmeeuw. De laatste weken zie ik hem dan ook weer regelmatig, zowel in de Hennepoelpolder als in de Veerpolder. De hoogste aantallen worden meestal bereikt tussen december en maart.

De aanwezigheid van Watersnippen is over het hoogtepunt heen. Her en der door het gebied kun je er toch nog een redelijk aantal vinden. Vooral aan de zuidoost-kant van de Veerpolder zitten er tientallen, maar aan de zuidkant van de Hennepoelpolder zijn ze meestal beter te zien.

Twee Watersnippen in de Hennepoelpolder.