Kleine Karekiet, Veerpolder. |
Ik kon hem goed zien en wat opviel, waren de gele onderkanten van de tenen. Thuis eens opgezocht hoe dat zit, maar de gidsen geven dit niet aan. Dan maar zoeken op internet en dat levert een hoop foto's op, maar meestal niet zo goed dat de onderkant van de voet duidelijk te zien is. Uiteindelijk vind ik foto's op het ringersdagboek van Henri Bouwmeester (Ringersdagboek - H. Bouwmeester): poten met ring, waarop duidelijk de gele kleur te zien is. Kijk, zo leer je weer eens wat.
Poten Kleine Karekiet. Duidelijk is de gele kleur te zien. |
Met 3 juveniele Tureluurs, 6 Lepelaars (waaronder ook juvenielen), een Riezanger en een Rietgors kwam het soortenaantal in de Veerpolder op 31.
Juveniele Tureluur. |
In de Hennepoelpolder was het aanzienlijk rustiger. Onder de slechts 21 soorten zat wel nog een Witgat. De succesvolle broedgevallen kunnen uitgebreid worden met 2 Waterhoen-nesten (beide 3 pullen) en 1 Meerkoet-nest (slechts 1 pul).
Rietgors, Hennepoelpolder. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.