Soort 98: Grote Zaagbek

Soort nummer 98 is binnen voor dit jaar: een vrouwtje Grote Zaagbek vloog op uit de plas voor het gemaal in de Hennepoelpolder op het moment dat ik de ganzen aan het tellen was vanaf het bruggetje naar de Veerpolder. Ze vloog gelukkig nog een rondje over het gebied, zodat ik een foto kon maken.

Vrouwtje Grote Zaagbek vliegt weg uit de Hennepoelpolder.

De Grote Zaagbek is voor zover ik weet niet eerder in de polders waargenomen. Wel zijn er meerdere meldingen uit de Warmonder Leede en de Haarlemmertrekvaart, die beide langs de polders lopen. Het was dus wachten totdat deze soort in de polders zelf op zou duiken.

19 december - een gewone dag, met 'gewone' vogels

Eindelijk Grote Zilverreigers

Eindelijk was het weer zover. Bij aankomst in de Veerpolder zaten er twee Grote Zilverreigers onder de dode bomen aan de noordkant. In de omgeving zie ik ze regelmatig, met name in de omgeving Rijpwetering/Oud Ade. Sinds 2011 komen ze ook sporadisch in de tellingen voor, maar nooit meer dan één. Dit keer dus twee.

Twee Grote Zilverreigers in de Veerpolder.

Het is me al vaker opgevallen dat het niet zo botert tussen Grote Zilverreigers en Blauwe Reigers. Zolang de eerste op de grond blijven, lijkt er niet zoveel aan de hand, maar zodra ze opvliegen gaan de Blauwe Reigers er achteraan. Ook vanochtend gebeurde dat en joegen ze de Grote Zilvers het gebied uit. Vanuit een boom werd dit alles gadegeslagen door een Buizerd.

Geen Sperweruil

In de week dat de Sperweruil de gemoederen in heel Nederland en omgeving bezig houdt en het journaal haalt, is uit de polders Poelgeest weinig bijzonders te melden. Weinig soorten vandaag en relatief lage aantallen. Alleen de ganzen (Grote Canadees en Grauwe) zijn er nog in redelijke hoeveelheden (93 resp. 75 in het hele gebied).

Grote Canadese Ganzen verlaten de Veerpolder.

Jaarlijkse Houtsnip is binnen

Elk jaar rond deze tijd bezoekt de Houtsnip de polders Poelgeest. En ook dit jaar kwam hij weer netjes langs tijdens een telling. Dat is een vogel waar je op kunt bouwen.
Vanochtend vloog hij op nog geen 2 meter afstand weg aan de noordwestkant van de Veerpolder. Helaas was ik net de camera aan het gereed maken voor een Buizerd die in de bomen verderop zat, dus heb ik nog steeds geen plaatje van zijn roodbruin vlammende stuit. Volgend jaar weer een kans.

Fotograferen was sowieso lastig met het slechte weer. In de bomen aan de noordoostkant streken 2 bakkeleiende Sperwers neer. Met een andere Sperwer eerder aan de andere kant van de polder, was het een goede roofvogel-ronde. Maar ook deze waren niet op de foto te krijgen.

Deze week zaten er wel weer veel ganzen in de polders: 56 Grote Canadezen en 80 Grauwe Ganzen in de Veerpolder, 62 Grote Canadezen en 52 Grauwe in de Hennepoelpolder. Helaas begon het bij de start van de Hennepoel-telling zo hard te miezeren dat ik die polder vandaag niet kon tellen. Een dichtgeregende bril en verrekijker maakte het zelfs moeilijk om door elkaar zwemmende vrouwtjes van de Slobeenden, Krakeenden en Wintertalingen goed uit elkaar te houden. Ze zaten er allemaal, maar hoeveel?

Waar zijn de Wintertalingen?

Het is de laatste weken erg rustig in de Veerpolder. Heel erg stil zelfs. In vergelijking met de voorgaande jaren zijn er veel minder vogels aanwezig. November 2011 en 2012 waren erg goede maanden voor de Wintertaling. Dit jaar blijven het echter maar enkele tientallen per telling. Gisteren, tijdens de watervogeltelling op de Kagerplassen, konden we ook maar weinig Wintertalingen tellen. Het ligt dus niet alleen aan de polders Poelgeest. Mogelijk is het nog niet koud genoeg geweest. We wachten af.

Slobeenden, Krakeenden en Wintertalingen (achterin) in de
Klaas Hennepoelpolder.

Vogels blijven uit de wind

Regen, wind en griep gooiden de laatste tijd een beetje roet in het eten, maar vanochtend kon ik weer gaan tellen. Het waaide redelijk en de meeste vogels hadden een plekje uit de wind gezocht. In de Veerpolder zaten de Wintertalingen (117), Tafeleenden (7) en Slobeenden (48) dicht tegen de Pitrus-randen aan of in de kleinere, beschutte plasjes. Alleen de Grote Canadese (143) en Grauwe Ganzen (13) waagden zich op de grote plas.

Eerste winter Rietgors (grijze stuit), Veerpolder.

Waterrallen laten zich weer horen tijdens de tellingen

Sinds een aantal weken laten de Waterrallen zich weer horen in de Hennepoelpolder. Meestal kan ik maar 1 exemplaar vaststellen, maar vandaag waren het er 2.
Verder was het vanochtend rustig. In de Veerpolder waren de Slobeenden en Wintertalingen erg vliegerig, wat het tellen lastig maakte. Een conservatieve schatting leverde toch 87 Slobeenden en 168 Wintertalingen op, mooie aantallen. De laatste soort zat veel in de oeverbegroeiing, dus het kunnen er zomaar een aantal tientallen meer zijn geweest.

Krakeend paartje in de Hennepoelpolder.

De Winterkoningen trekken langzaam het gebied weer in, zoals elk jaar in de herfst. In beide polders telde ik er 3. De Dodaars die twee weken terug in de Hennepoelpolder zat, zit er nog steeds, dicht langs de rietkraag foeragerend. Met twee Bergeenden, 9 Tafeleenden, 26 Wilde eenden, 16 Krakeenden en 4 Kuifeenden in de Veerpolder liep het aantal eendensoorten op tot zeven.
In de dode bomen aan de noordkant van de Veerpolder zat een opvallend witte Buizerd. Hij was zo bijna zo wit als een Visarend. Helaas vloog hij weg voordat ik een goede foto kon maken.
Bijzonder was het ontbreken van ganzen in de Hennepoelpolder, iets dat niet zo vaak voorkomt.

Op weg naar huis, ter hoogte van de tennisvelden bij het spoor, kwam ik nog de volgende scharrelaar tegen. In de polders zit hij vast ook af en toe, maar daar heb ik hem nog nooit gezien.

Egeltje langs het fietspad.

Geen Baarmannetjes, wel Dodaars

De eerste drie dagen van oktober zaten er Baardmannetjes in Hennepoelpolder. Na een bezoek aan de kermis en optocht van 3 oktober ben ik gaan kijken en kon ik er drie vinden. Helaas is het vanochtend niet gelukt om ze nog terug te vinden, dus zitten ze niet in de telling.
Vanochtend was wel een schitterende herfstochtend. In eerste instantie lag er een dunne mistlaag over de Veerpolder en toen het zonnetje even doorbrak, lichtte de vegetatie rood op.

Er hing een dunne laag mist over de polder.

Lustrumtelling Veerpolder

Het is vijf jaar geleden dat ik startte met het tellen van vogels in de Veerpolder. Vandaag was dus de eerste Lustrumtelling. Over een maand is het zover voor de Klaas Hennepoelpolder.
Inmiddels staan er voor de Veerpolder 234 tellingen in de database, met 109 verschillende soorten en 94.910 (niet unieke) exemplaren. Dat zijn een heleboel cijfers in de boeken.

Vandaag was het voor het eerst koud. In de Veerpolder was het erg druk met ganzen: 222 Grote Canadese, 18 Grauwe en 6 Brandganzen. Een Sperwer kwam vlak langs vliegen en landde in één van de boompjes langs het pad. Het was nog vroeg en het zonnetje kwam nauwelijks boven de horizon uit.

Sperwer vrouwtje in de Veerpolder vandaag.

Uitbreiding van het gebied

Vanochtend een leuke telling, maar eerst even dit. Zuid-Hollands Landschap wil graag het ontbrekende stuk Veerpolder (in de noordoost hoek) aankopen en bij het huidige gebied trekken. Daarvoor vraagt ZHL steun om het benodigde bedrag voor de aankoop bij elkaar te krijgen.

(helaas werkt de link niet, dus hierbij de juiste: http://www.zuidhollandslandschap.nl/projecten/polders-poelgeest/)

Het zou mooi zijn als het lukt het ontbrekende deel erbij te trekken. Afhankelijk van de inrichting biedt dat nieuwe en meer mogelijkheden voor vogels, insecten, amfibieën en zoogdieren.

Meer water = meer eenden

...en meer ganzen. Het waterpeil is met de regenval van de afgelopen week aardig toegenomen in de polders en dat heeft effect of de vogels. In de Hennepoelpolder zaten vanochtend ruim 150 Grote Canadese Ganzen en in de Veerpolder 66 Slobeenden. Daarmee beginnen de aantallen weer een beetje op het normale peil voor deze tijd van het jaar te komen.

19 van de 151 Grote Canadese Ganzen in de Hennepoelpolder.

De toename aan water is ook ongunstig voor het botulisme dat de polders had getroffen. Het water wordt daardoor beter voorzien van zuurstof, iets waar de bacterie die botulisme veroorzaakt niet tegen kan. Er lagen nog wel her en der dode vogels, maar voor zover ik kon zien waren er geen nieuwe lijkjes bijgekomen.

Nog geen herstel aantallen

Het regende stevig om 7:00, dus de telling van vandaag heb ik uit moeten stellen tot later op de ochtend. Dit heeft zeker effect op aantallen en soorten, omdat met name de ganzen meestal één á twee uur na zonsopkomst vertrekken uit de polders, om later op de dag weer terug te keren. Vergelijkingen met eerdere tellingen gaan dus een beetje mank. Maar, het was nog steeds erg rustig. In de Veerpolder kon ik iets meer exemplaren tellen dan vorige week (305 tegenover 269), maar minder soorten. In de Klaas Hennepoelpolder was het dit keer nog minder, met slechts 18 soorten en 121 exemplaren.

Watersnippen, Veerpolder.

Kleine Geelpootruiter zorgt voor drukte

De afgelopen dagen is het hectisch in de polder. Zondagavond werd ik gebeld om te komen kijken naar twee Kleine Strandlopers en dinsdagavond voor een wel heel bijzondere gast, een Kleine Geelpootruiter!

Kleine Geelpootruiter in de Veerpolder.

Wordt de eerste soort niet zo vaak, maar bijna elk jaar wel een keertje waargenomen in de Veerpolder, de laatste soort is een zeldzaamheid op nationaal gebied. De Kleine Geelpootruiter komt uit noord-Amerika en wordt jaarlijks wel een aantal keer gezien op de Britse Eilanden, maar in Nederland is hij nog een stuk zeldzamer (op basis van de goedgekeurde gevallen op waarneming.nl). En nu zat - want hij is vanochtend doorgevlogen - er dus 1 in de Veerpolder.

Dit exemplaar kwam uit de Starrevaart bij Leidschendam en het leuke is dat één van de vogelaars waarmee ik naar de Kleine Strandlopers stond te kijken, nog zei: "Wat zou het leuk zijn als die Geelpootruiter hier naartoe zou komen." Zijn wens kwam uit.

Dinsdagavond zat ik bij de Jiu-jitsu training van mijn jongste zoon, dus het was wel even tanden bijten. Ik kon daar niet weg en het begon snel donker te worden. Bij thuiskomt besloten toch nog even snel te gaan kijken. Gelukkig zat 'ie er nog, maar van foto's maken was geen sprake.
Vanochtend dus vroeg opgestaan zodat ik voordat ik les moest gaan geven nog een poging kon wagen. Het licht was schaars en de afstand groot, maar ik heb toch nog wat kunnen fotograferen.

De vogel was erg vliegerig en 'schrok' regelmatig van de langsdenderende treinen. Zo verplaatste hij zich van oost naar west in het gebied en weer terug, een goede bijdrage voor de conditie van de verzamelde vogelaars en fotografen. Uiteindelijk vloog hij tegen achten in een heel grote boog via de Hennepoelpolder, om de woonwijk heen, weg richting de Kagerplassen. Ik ben benieuwd waar hij straks opduikt.

Daar gaat hij, richting Kagerplassen.

Deze waarneming maakt de grootste afstand tussen een waarneming door mijn vrouw en een waarneming door mij van dezelfde soort ruim 7230 kilometer. Zij zag hem in 1990 in Anchorage, Alaska, ik gisteren en vandaag in de Veerpolder, Warmond.

De Snor heeft gebroed!

Vanochtend werd bij de molen in de Hennepoelpolder mijn aandacht getrokken door een zacht, herhaald 'tjik-tjik' uit het riet. Omdat ik het niet kon thuisbrengen, bleef ik staan en werd vervolgens verrast door de duidelijke ratel van de Snor. Het was kort en zachtjes, maar overduidelijk. En uit dezelfde rietkraag kwam bedelgeluid van minimaal één jong. Nog een tijdje later zag ik twee vogels heen en weer vliegen tussen de rietkragen. En toen ik eindelijk de bruinige onderstaartveren zag, wist ik het helemaal zeker: 2 Snorren en ze hebben in de Hennepoelpolder gebroed!

De Snor afgelopen juli op ongeveer dezelfde plek.

Het is de eerste keer dat er een broedgeval van de Snor vastgesteld kan worden in de polders. Op de site van Vogelbescherming is te zien dat het aantal vastgestelde broedparen in Nederland de afgelopen jaren is toegenomen. Aan deze kant van het land zijn het er echter maar enkele. In september vertrekt de Snor naar Afrika om daar te overwinteren.

Vogels in de mist

Ondanks de mist vanochtend toch besloten even een kijkje te gaan nemen in de polders. Tellen zat er niet in, maar het zicht was goed genoeg om wat te zien en je hebt natuurlijk ook nog je oren.

Twee Nijlganzen in de mist in de Veerpolder.

Alles zat er, maar was soms moeilijk te zien.

Omslagpunt bereikt

Vanochtend vroeg wakker geworden en besloten niet te wachten tot zondag voor de eerste augustustelling.
In de polders is het omslagpunt naar de herfst-winterperiode aangebroken. Geen Grutto's, Kleine Plevieren, Tureluurs of Kemphanen meer en maar een enkele gans. Wel een redelijk aantal Watersnippen, Wintertalingen, Krakeenden en een Tapuit.

Paartje Krakeenden in de Klaas Hennepoelpolder.

Terug uit Spanje

De afgelopen weken ben ik op vakantie geweest in Spanje en nu houdt de verbouwing van de badkamer me druk bezig. Maar, ik ben weer terug en dus ga ik binnenkort weer naar de polders.
Tot het zover is een impressie van de vogels en vele andere dieren in de omgeving van Madrid.

Europese kanarie, Serinus serinus, aan het eind van de straat.

Een toename aan steltlopers

Het is eind juli en het aantal steltlopers begint toe te nemen in de polders. Witgatjes (2) en Oeverlopers (6) komen langs op weg naar het zuiden en de Veerpolder wordt als verzamelplaats gebruikt door Kemphanen (5), Grutto's (94) en Tureluurs (9), voordat zij van hier vertrekken.

De meeuwen zie je langzaam veranderen qua samenstelling. De Stormmeeuwen (3) nemen iets toe en de Kokmeeuwen zijn in grote getale (72) aanwezig in de Veerpolder.

In de Veerpolder zaten op één moment 18 Lepelaars, wat mijn tellingen betreft een record. In de Hennepoelpolder was het stil, met 1 Kleine Karekiet, 1 Rietzanger (met een snavel vol voedsel, dus er zijn jongen) en een enkele strofe van de Snor.

Een ander duidelijk teken van de naderende herfsttrek, was een juveniele Porseleinhoen in de Veerpolder. Elk jaar sinds 2009 worden er één of meer gezien vanaf eind juli/begin augustus, deze is vroeg. En, dit is de eerste keer dat er één niet in de Hennepoelpolder, maar in de Veerpolder is gezien. Het gaat meestal, net als deze keer om juveniele exemplaren.

Eindelijk de Snor op de foto!

Het heeft lang geduurd voordat de Snor besloot tijdens een telling lang en uitgebreid te zingen, bovenin een wilg. Maar vanochtend was het zover en kon ik eindelijk een paar foto's maken.

Eindelijk de Snor op de foto.

Een keertje insecten i.p.v. vogels

Vandaag op zoek gegaan naar insecten in de Veerpolder. Ik wil dit al een tijdje, omdat ik geen idee heb wat er allemaal zit. Een erg rijk gebied is het niet, zeker niet rond de paden. Er zijn niet zoveel bloeiende planten, afgezien van de distels, en er is veel gras. Maar er moet toch meer zitten dan die enkele vlinder en die enkele libel.

Ik heb anderhalf uur doorgebracht aan de zuid-oostkant van de Veerpolder en het nodige gevonden. Hieronder een greep uit de waarnemingen.

Libellen en waterjuffers

Naast de hier afgebeelde soorten vlogen er ook nog Roodoogjuffers rond en één Grote Keizerlibel.

Gewone Oeverlibel, Orthetrum cancellatum.

Britse gast in de polder

Vanochtend liep er een mannetje Rouwkwikstaart rond in de Veerpolder, volop in zomerkleed. Duidelijk was te zien dat de rug zwart was en niet grijs, waardoor er geen contrast zat tussen rug en de zwarte kap over de kop. Helaas vloog hij snel weg naar een ander deel van de polder, waar ik hem niet terug kon vinden. Geen foto kunnen maken, dus hierbij maar een eerdere foto uit de Farne Islands.

Rouwkwikstaart, Farne Islands. Er zat er vanochtend 1 in de Veerpolder.

De Rouwkwikstaart is de Britse variant van de Witte Kwikstaart en wordt door sommigen als ondersoort (bv. waarneming.nl), door sommigen als aparte soort (bv. ANWB-gids) beschouwd.

Eerste helft 2013, een paar getallen

De eerste helft van 2013 zit erop. Het was een koude lente en de vogels leken daar bij de trek en het broeden last van te hebben. Maar hoe staat het eigenlijk met de terugkeerdata van de zomergasten en doortrekkers als je die vergelijkt met andere jaren (2009-2012)?
Dat valt eigenlijk reuze mee. Van de bekeken soorten (zie tabel hieronder) zijn alleen de Blauwborst en de Boerenzwaluw later teruggekeerd dan in de vier voorgaande jaren. De Kleine Plevier was aan de late kant (4), maar de rest was gemiddeld (3) of zelfs aan de vroege kant (2).

Tabel 1: Rangnummer van de eerste waarnemingsdatum in 2013 ten opzichte van dezelfde data in 2009-2012. De vroegste waarneming heeft rangnummer 1, de laatste rangnummer 5. Daar waar de vroegste en de laatste terugkeerdatum binnen één week liggen, staat er een '-'.

Soort	Rangnummer 2013
Blauwborst	5
Boerenzwaluw	5
Bonte Strandloper	2
Bosrietzanger	-
Bosruiter	-
Gierzwaluw	3
Grutto	2
Huiszwaluw	3
Kemphaan	2
Kleine Karekiet	3
Kleine Plevier	4
Oeverloper	-
Rietzanger	3
Tureluur	3
Visdief	-
Witte Kwikstaart	3
Zomertaling	3

Was er dan wel een duidelijk effect op broeden? Ja, dat effect was er wel. Van de vogels die (vrijwel) elk jaar in de polders broeden, zijn er twee die dit jaar eerder pullen hadden dan normaal: de Grauwe Gans en de Nijlgans. Alle andere vaste broedvogels - Fuut, Grote Canadese Gans, Kievit, Krakeend, Kuifeend, Meerkoet, Scholekster, Tafeleend, Waterhoen, Wilde Eend - waren 1 tot 3 weken later dan normaal.

En dan de soorten en de aantallen. In onderstaande grafieken staan voor de Veerpolder resp. de Klaas Hennepoelpolder de aantallen vogels en het totaal aantal soorten voor de eerste helft van het jaar over de periode 2009-2013.

Aantallen en soorten in de Klaas Hennepoelpolder in 2009 (n=23),
2010 (n=20), 2011 (n=27), 2012 (n=26) en 2013 (n=25) voor de
maanden januari-juni. 

Aantallen en soorten in de Veerpolder in 2009 (n=27), 2010 (n=22),
2011 (n=29), 2012 (n=26) en 2013 (n=25) voor de maanden januari-juni.

Het totale aantal vogels dat geteld is in deze periode is gecorrigeerd voor het aantal tellingen (n). Een extra telling levert immers al snel honderden extra exemplaren op. Omdat het effect van het aantal tellingen op het aantal soorten geringer is, is daar niet gecorrigeerd.
Opvallend is dat het aantal waargenomen soorten in de Klaas Hennepoelpolder voor de eerste helft van het jaar, de afgelopen twee jaar is afgenomen. Dit jaar is, na drie jaar van stijging, ook het aantal getelde exemplaren afgenomen. De Veerpolder laat een andere trend zien. Het aantal soorten stijgt daar nog steeds. Ook de getelde exemplaren zijn dit jaar, na een daling in 2012, weer toegenomen.

En ook de Slobeend broedt in de polders

In de Veerpolder zwommen 2 eenzame eendenpullen uit de pitrussen de grote plas op. Er volgde geen oudereend. Het leken donkere Wilde Eend-pullen, maar iets zorgde ervoor dat ik even wat langer keek. Op de grote plas zwom een vrouwtje Slobeend en de pullen sloten bij haar aan. Slobeend-pullen dus.

Slobeend-pullen in de Veerpolder.

Trrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr

Toen ik in de zomer van 2008 voor het eerst in de polders kwam, hoorde ik 's avonds regelmatig de Snor. Sindsdien heb ik hem nooit meer gehoord...tot vandaag. Aan de zuidkant van de Hennepoelpolder was het snorrende geluid duidelijk te horen. De zang kwam in korte stukjes van 4-5 seconden en met grote tussenpauzes. Het doet inderdaad denken aan de Veenmol, alleen houdt die het veel langer vol. Erg leuk dat deze rietvogel de polders weer een keertje aandoet. Fred, bij deze bedankt voor de melding vrijdag. Nu was ik gespitst op het geluid.

In de Veerpolder hadden twee Eksters het gemunt op de Kievit-pullen, met succes. Ik zag het te laat, dus de foto is in haast genomen, maar de pul is duidelijk te zien in de snavel van de Ekster.

Ekster met een Kievitpul in de Veerpolder.

Boomvalk probeert Boerenzwaluw te slaan

Wat is het toch een schitterende vogel, de Boomvalk. Minutenlang probeerde een adult één van de Boerenzwaluwen te vangen, zonder succes. Hij (of zij) kwam laag aanvliegen en probeerde de zwaluwen van onderaf te pakken. De snelheid en wendbaarheid van beide soorten waren een genot om naar te kijken. Twee keer eerder zat er een Boomvalk in de tellingen (2009 en 2011), maar hij wordt elk jaar in de polders gezien.

Het was redelijk rustig in de polders. Wel zijn in de Hennepoelpolder de eerste Waterhoenen uit het ei gekropen.

Een van de 6 Waterhoen-pullen in de Hennepoelpolder.

Korte impressie 11 juni 2013

Zomer?

9 juni 2013: De Kievit-nesten komen nog steeds uit, de Kuifeend-pullen moeten nog komen, de Bosrietzanger zingt uit volle borst en de Grutto's verzamelen zich alweer om binnenkort naar Afrika te vertrekken. En de vogelaar? Die heeft vanochtend toch maar weer een trui aangetrokken en vult met koude handen zijn schrijfboekje. De zomer is op hetzelfde moment nog niet begonnen, volop bezig en alweer voorbij.

Jonge Kievitpul in de Veerpolder.

Terug van veldwerkweek (helaas zonder Klauwieren)

Voor alle mensen die zich hebben afgevraagd waar ik was bij de Klauwieren in de polder: ik was op veldwerkweek in Orvelte. Helaas heb ik ze dus gemist. Ik troost me met de gedachte dat ik deze zomer de Roodkopklauwier weer zal zien in Spanje en dat ik afgelopen week heb kunnen genieten van Geelgors, Boomvalk, Kerkuil, Wespendief, Roodborsttapuit en nog zo'n 60 andere soorten.

Vanochtend vroeg de eerste juni-telling gedaan. Het Scholekster-gezin blijkt uit 3 pullen te bestaan. En weer zaten ze langs het pad. Uiteindelijk namen de pullen zwemmend de wijk naar de overkant.

Zwemmende Scholeksterpullen.

Goede ouders die Scholeksters

Het is best lastig tellen als je onder vuur ligt van een Scholekster-ouder. Helaas kon ik nog maar één van de twee pullen terugvinden. Deze zat tussen het pad en het water, dus ik vormde duidelijk een bedreiging. Tientallen meters werd ik achtervolgd door een ouder, die felle duikvluchten uitvoerde op schouderhoogte. De andere ouder probeerde me weg te lokken door te doen alsof hij/zij vreselijk gewond was, de vleugels uitgespreid over de grond slepend en 'mank' lopend. En de pul? Die nam af en toe een ommetje via het water. Scholeksters zijn de beste weidevogelouders die ik ken.

Het was koud, winderig en donker, dus ik had geen zin om de camera te pakken. Geen foto's deze keer dus van de Lepelaars (7 in de Veerpolder, 2 in de Hennepoelpolder), Kleine Karekieten (5, KHP), Groenlingen (2, VP), Oeverloper (2, VP) of Blauwborst (1, KHP).

De Meerkoet-pullen zaten grotendeels nog op het nest, dus die heb ik nauwelijks kunnen tellen. Had ik er vrijdag nog een stuk of 10 in een deel van de Veerpolder, vandaag kwam ik niet verder dan 1 in de Veerpolder en 3 (2+1) in de Hennepoelpolder. Bij de Kievitten zijn minimaal 4 nesten uitgekomen, 3 in de Veerpolder en 1 in de Hennepoelpolder. Aan de noordkant van de Veerpolder zitten nog 2 Scholekster-ouders op het nest.

Ik kon maar 1 Tureluur vinden in de Veerpolder en het ziet ernaar uit dat er dit jaar voor het eerst sinds het begin van de tellingen (okt 2008) niet gebroed gaat worden. Wel is er nog hoop op jongen van de Kleine Plevier, Bergeend, Kuifeend, Krakeend, Tafeleend, Kleine Karekiet, Blauwborst, Rietzanger, Waterhoen en Knobbelzwaan. Genoeg om nog naar uit te kijken.

Het is pullentijd

Begin van de middag was het een tijdje droog en kon ik even naar de polders om ze zoeken naar pullen en de Bosrietzanger. Die laatste heb ik niet gevonden, maar pullen waren er genoeg.

Nieuw in de Veerpolder waren 2 Scholekster-pullen. Ik heb geen tijd gehad om de andere twee nesten te controleren, dus wellicht zijn er nog meer uitgekomen.

Één van de twee Scholeksterpullen in de Veerpolder.

Van Bosruiter naar Bosrietzanger

Vanochtend erg vroeg wakker geworden, dus al om half 7 in de polders aangekomen om de wekelijkse telling te doen. Er zijn duidelijk wat wijzigingen aan de gang in de vogelstand.

Direct bij de ingang van de Veerpolder liep een Lepelaar druk heen en weer, met de snavel van links naar rechts door het water maaiend.

Foeragerende Lepelaar.

Weer genoeg te zien

Afgelopen maandag onverwacht een vrije middag en met het mooie weer was het dus op naar de polders. Een rondje rond de Veerpolder leverde een man Zomertaling op, voor mij de eerste dit jaar. Hij is al eerder gemeld, maar ontweek tot nog toe mijn tellingen.
Aan de overkant van de Veerpolder stond een aantal fotografen. Niets bijzonders, want dat gebeurt de laatste tijd regelmatig. Bij hen aangekomen, bleek echter dat het niet voor niets was: 2 Temminck Strandlopers scharrelden rond tussen de Bosruiters. Later kwam er nog 1 bij.

Temminck Strandlopers, vanochtend in de Veerpolder.

Terug naar de (rustige) polders

De eerste mei-telling zit er weer op en het was een rustige.

Één nieuwe soort voor de lijst deze keer: de Gierzwaluw. Het heeft lang geduurd voordat ik de eerste mocht tellen, dus het was een extra aangename verrassing. Ik schrijf voor Beleef de Lente-junior het dagboek voor de Gierzwaluw en daar is het eerste bezoek aan de nestkast afgelopen donderdag geweest.

De Blauwborst aan de noordkant van de Hennepoelpolder liet zich in eerste instantie niet zien of horen, maar op de valreep kon ik hem toch zingend scoren. Aan dezelfde kant zaten een Kleine Karekiet en 2 Rietzangers.

Rietzanger in de boom.

De Kleine Karekiet duldde geen Rietgorzen in zijn territorium. Fel achtervolgde hij er 2 totdat ze uit het territorium verdwenen waren. De ene Rietgors die de euvele moed had terug te keren, werd direct weer weggejaagd.

In de Veerpolder met zekerheid minimaal 3 Oeverlopers en 3 Bosruiters kunnen tellen. Allebei waren ze erg vliegerig, dus het was lastig tellen. Zeker van de Bosruiter had ik het idee dat er meer zaten, maar zonder zekerheid noteer ik altijd het hoogste aantal waarvan ik zeker ben.

De Bosruiter liet zich mooi fotograferen aan de oostkant van de Veerpolder.

Steltlopers kunnen prima zwemmen, alleen je ziet het niet zo vaak. Dit keer besloot een Bosruiter dat zwemmen efficiënter was dan vliegen. Het is een grappig gezicht.

Zwemmende Bosruiter.

Met de Tureluurs wil het nog steeds niet echt vlotten. Ook vandaag kwam ik niet verder dan 2 exemplaren in de Veerpolder. De Wintertalingen zijn bijna verdwenen (8) en ik telde helemaal geen Slobeenden.

De enige soort waar ik nu nog op wacht, is de Bosrietzanger. De vroegste had ik in 2011 op 11 mei, dus hij heeft nog een week. Bart Dijkstra, die ook rondliep in het gebied, meldde het eerste Kievit-kuiken. Helaas heb ik hem niet kunnen vinden, maar ze komen er dus aan.

Uiteindelijk 29 soorten kunnen tellen in de Veerpolder en 27 in de Hennepoelpolder. Over beide gebieden samen in totaal 36 verschillende soorten.

Uitstapje naar de Farne Islands

Vorig jaar kwam Marian enthousiast terug van een bezoek aan de Farne Islands. We moesten en zouden met het hele gezin een keer Papegaaiduikers gaan kijken, een idee dat de drie zonen ook geweldig vonden. Dus in de meivakantie de boot genomen naar Newcastle en van daar met de bus naar North Sunderland, waar we een wigwam hadden gereserveerd.

Een dag na aankomst was het mooi weer. 's Ochtends snel een boottrip rond de Farne Islands geregeld, met een landing op Inner Farne. Het begon gelijk goed, met overal om ons heen zeevogels in, op en boven het water. Hoe dichter we bij de eilanden kwamen hoe meer. De rest van de toeristen in de boot keken wel even op toen we alle vier (Marian had ze natuurlijk al eerder gezien) opsprongen toen wij onze eerste Puffins zagen.

De eerste Papegaaiduikers vliegen weg van de boot.

En ook de Kleine Karekiet...

...hoor je wel, maar zie je niet. Dat leerde mijn vader mij vroeger. En een beetje gelijk had hij wel. Maar met wat geduld laat hij zich toch zien.

Kleine Karekiet in het riet.

Waar blijven de Tureluurs...

...en wat doen die Pijlstaarten nog in de Veerpolder?

In de Veerpolder zit nog steeds een paartje Pijlstaarten. Hier de man.

Normaal gesproken zijn er in april gemiddeld zo'n 6 Tureluurs in de Veerpolder, maar dit jaar blijft het bij 1 á 2 exemplaren. En dat is jammer. Niet alleen het geluid is mooi, de afgelopen jaren heeft de Tureluur ook met meerdere paartjes gebroed in het gebied. We wachten af.

En dan nu de Blauwborst

Het gaat weer de goede kant op met de Blauwborst in de Hennepoelpolder. Zaten er voorgaande jaren 3 broedparen, dit jaar zijn er al weer 2 zingende mannetjes.

Zingende Blauwborst tegenover de brug naar de Veerpolder.

Buidelmezen??? Buidelmezen!!!

De dag begon goed met een kleine excursie voor vogelaars uit de Merenwijk. Blauwborst, Boerenzwaluw, Huiszwaluw en een paartje Pijlstaarten lieten zich mooi zien. Ondanks de regenbui een geslaagd uitje wat mij betreft. Het was gezellig en met 39 soorten hadden we een mooie lijst soorten. De eerste drie hierboven waren voor mij de eerste van het jaar.

En toen...werd ik gebeld door Fred Klootwijk: Buidelmezen in de Hennepoelpolder! Ontdekt door zijn zoon Rutger, zaten ze in de lisdoddes aan de zuidkant van de polder. Snel op de fiets gesprongen en binnen 10 minuten ter plaatse.
Bij aankomst zaten er een mannetje (breed masker) en een vrouwtje (smal masker). Af en toe vlogen ze weg en verdwenen tussen het riet. Elke keer dat één van de Tjiftjaffen door het beeld vloog, klonk er een opgewonden: Daar...daar...o nee, toch niet.

Man Buidelmees.

Meer luisteren dan tellen

Vanochtend bij het opstaan vond ik het al raar licht dat binnenkwam. Even gespiekt door de gordijnen en ja hoor...mist.
Omdat ik later op de ochtend niet echt tijd zou hebben om te gaan tellen, besloten toch maar richting de polders te gaan in de wetenschap dat de mist daar alleen maar erger zou zijn.

Grauwe ganzen in de mist in de Hennepoelpolder.

Dan maar een soortenronde doen in plaats van een telronde. Aantallen bepalen was echt niet mogelijk. Op gehoor en op zicht moest het mogelijk zijn de meeste (zo niet alle) soorten te vinden.

Lepelaar en Kleine Plevier breiden soortenlijst uit

Dat scheelt wel als de wind wegvalt. Vanochtend was het koud, maar goed toeven in de polders. Rijdend op de Thijsselaan zag ik zo'n 100 Grutto's wegvliegen. Ze vertrekken steeds vroeger; het was 7:30. Om 7:40 zaten er nog 606, om 8:50 nog maar tientallen.

Er lag een boel ijs in de Veerpolder.

Gevoelstemperatuur ver beneden 0

Eind maart en ondanks de enorme kou druppelen de soorten toch langzaam binnen. Dankzij een vogelexcursie van Jelle van Dijk - wat een bikkels dat ze de snijdende kou trotseerden - kon ik de Kemphaan toevoegen aan de soortenlijst van 2013.
De vogels waren erg vliegerig vanochtend. Van de 600 Grutto's die er om 7:30 nog zaten waren er nog maar een paar over om 8:50. De meeste waren vertrokken richting het oosten. Eerder waren ze al massaal opgegaan, maar ik kon toen geen roofvogel ontdekken. Is ook best lastig met continu tranende ogen van de wind.
De Veerpolder lag voor een groot deel dicht met een dunne laag ijs, dus de meeste eenden waren er niet. Door de wind was de grote plas vrijwel leeg. De Meerkoeten hadden massaal de uitwijk genomen naar de Warmonder Leede. Aan de randen zaten nog wel wat Wintertalingen, Slobeenden, een Fuut en 8 Bergeenden. Uit de bosjes aan de oostkant vlogen 2 Watersnippen op.
De Hennepoelpolder is iets beschutter en daar zaten dan ook meer eenden. De 2 Pijlstaarten die gisteren in de Veerpolder zaten, hadden gezelschap van een derde mannetje gekregen en de Wintertalingen waren hier naartoe verkast. Ook één eenzame Grutto had besloten dat de Hennepoelpolder toch beter toeven was. In de tochten aan de zuidkant zaten zo'n 20 Kuifeenden.
En nu mag de lente van mij echt wel gaan beginnen.

Kort vrijdagbezoek 22 maart

Niets zo goed om de dag weer vlot te trekken als een bezoekje aan de polders.

3 Bonte Strandlopers en 2 Pijlstaarten (mannetjes) breidden de soortenlijst voor dit jaar weer verder uit en de teller staat nu voor beide polders samen op 51. Hieronder een paar foto's van de vogelrijkdom.

Één van de twee mannetjes Pijlstaart in de Veerpolder.