zondag 7 april 2013

Meer luisteren dan tellen

Vanochtend bij het opstaan vond ik het al raar licht dat binnenkwam. Even gespiekt door de gordijnen en ja hoor...mist.
Omdat ik later op de ochtend niet echt tijd zou hebben om te gaan tellen, besloten toch maar richting de polders te gaan in de wetenschap dat de mist daar alleen maar erger zou zijn.

Grauwe ganzen in de mist in de Hennepoelpolder.
Dan maar een soortenronde doen in plaats van een telronde. Aantallen bepalen was echt niet mogelijk. Op gehoor en op zicht moest het mogelijk zijn de meeste (zo niet alle) soorten te vinden.

Ik weet natuurlijk niet welke soorten ik gemist heb, maar het lukte verbazingwekkend goed om alle soorten die ik verwachtte te vinden. De meeste soorten hoorde ik eerst en kon ik vervolgens met de verrekijker vinden. Wat dat betreft zijn de polders klein genoeg. Alleen in de Hennepoelpolder was het iets lastiger.

Eerste Futennest in de Veerpolder.
Aan de noordoost-kant van de Veerpolder vond ik het eerste Futennest van dit jaar. De Meerkoeten, de Kieviten en de ganzen zijn al eerder begonnen met nestelen, dus het verbaasde me niet dat ik even verderop de eerste Grauwe Gans pullen van het jaar tegenkwam. Het waren er 10. De komende tijd zal dat aantal, als het gaat zoals in voorgaande jaren, sterk oplopen.
Ik zeg 'als het gaat zoals in voorgaande jaren', want dit jaar loopt er een Vos rond in de Veerpolder. Aan de noordkant, in de grote weide en bij de hoge bomen, vond ik twee opgevreten Soepganzen. De veren waren duidelijk doorgebeten, dus dan is er maar één mogelijke dader: de Vos. Deze winter is hij voor het eerst meerdere keren gesignaleerd en heb ik zelf sporen gevonden in de sneeuw. Dus, als er voldoende ganzen zijn om op te peuzelen, zal de Vos ongetwijfeld vaker langskomen.

Grutto's en een Pijlstaart (helemaal rechts), Veerpolder.
Bijna aan het einde van het rondje om de Veerpolder wachtte er een verrassing: een Veldleeuwerik. Ik heb hem al vaak over horen vliegen en dan telt hij niet mee voor de gebiedstelling. Maar nu dan eindelijk aan de grond.

Veldleeuwerik, nieuwe soort voor de tellingen.
Samen met onder andere de Bonte Strandloper (1 of 2), Brandganzen (8) en Pijlstaarten (2) liep het aantal getelde soorten op tot 24 soorten, een redelijk aantal voor begin april.

De Klaas Hennepoelpolder leverde helaas geen Blauwborst op. Hij is al gezien en gehoord, maar vanochtend niet. Ook hier 24 soorten kunnen vaststellen. Nieuw voor dit jaar in deze polder was de Kleine Plevier, die ik in de Veerpolder overigens niet kon vinden. Twee mistige Lepelaars, Rietgorzen, Blauwe Reiger, Zilvermeeuw, Waterhoen en Winterkoning vulden het aantal soorten in het totale gebied aan tot 31.

Twee mistige Lepelaars in de Hennepoelpolder.

1 opmerking:

  1. Jammer van de mist want het wordt steeds gezelliger met vogels in de polder. Ik was er zondagmiddag, heb alle door jou genoemde soorten (behalve de lepelaars helaas) gezien, en ook nog een drietal watersnippen in de veerpolder.
    Ai een vos in de polder, er is voor hem genoeg te eten, ook straks (of nu al) met al dat kleine grut. Een vos waarnemen zou trouwens wel heel mooi zijn.
    En ik hoop dit weekend toch de blauwborst weer te gaan horen en zien.
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.