zondag 29 november 2020

De eerste koude ochtend

Het was redelijk fris vanochtend en de wind blies uit het oosten. Dat betekent dat de vogels voor het grootste deel aan de overkant zaten van waar ze normaliter zitten. De oost-gerichte oevertjes waren vrijwel leeg.

De Kuifeenden zijn er ook weer.

Sinds een paar weken zwemmen de Kuifeenden weer in de Veerpolder. Eerst waren het met name vrouwtjes, maar vanochtend zwom er ook weer een man. En hij zat mooi in de nieuwe veren.

Hetzelfde geldt voor de Bergeend. In de Veerpolder zaten er vanochtend 14, samen met wat Nijlganzen en Slobeenden. Na de zomer was deze eend een paar maanden niet aanwezig, maar sinds begin november nemen de aantallen weer toe.

Een deel van de Bergeenden in de Veerpolder.

Ook weer terug vanochtend was een Grote Zilverreiger. Een beetje onrustig vloog hij heen en weer tussen beide polders. Eind oktober heb ik een slaapplaatstelling gedaan in het Kagerplassengebied en kon toen 70 Grote Zilverreigers tellen in de bomen. Het zijn er best veel, zeker als je bedenkt dat deze soort nog niet zo lang geleden als een zeldzaamheid gold.

De eerste Grote Zilverreiger van dit najaar.


Fotograferen is altijd lastig in het najaar,  vanwege het beperkte licht. Op het weilandje bij de boerderij, aan het einde van de telling was het altijd wat makkelijker, open terrein en de zon alweer wat verder. Op dit moment is het weilandje alleen wat hoger begroeid, waardoor het open terrein verdwenen is, zeker als je het formaat Grote Gele Kwikstaart of Graspieper probeert te fotograferen. 

Ze zaten er allebei vanochtend. De Grote Gele Kwikstaart is nog wel goed te herkennen, al moet ik zeggen dat het goed zoeken was om hem te vinden. De Graspieper was lastiger te zien, want die heeft niet van die fijne felle kleuren. Maar met de kijker waren ze goed te volgen en ze zijn bijgeschreven.

Graspieper in de Hennepoelpolder.

Grote Gele Kwikstaart op dezelfde plek.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.