zondag 19 juli 2020

Bunzing in de polder

Ik had alle vogels al zo'n beetje geteld toen ik in de Hennepoelpolder een marterachtige voor me op het pad zag huppelen. Altijd een genot om te zien.

De eerste glimp van de marterachtige.

Het gebeurt niet zo vaak dat je, buiten de altijd aanwezige Hazen, zoogdieren tegenkomt in de polders. Deze Bunzing was de eerste levende die ik hier zag. Eerder heb ik wel een skelet gevonden, dus dat ze af en toe de polders aan doen, was duidelijk. Verder zijn wat marterachtigen de Wezel en de Hermelijn gemeld uit de polders. 

De Bunzing liep van mij af langs de rand van het pad.

De Bunzing liep een eind voor me langs de rand van het pad. Hij had me niet in de gaten, dus ik kon langzaam dichterbij komen. Hij verdween om de paar meter de begroeiing in en kwam dan weer terug om over het pad verder te lopen. Totdat ik blijkbaar toch zijn aandacht trok. Toen verdween hij voorgoed van het pad af.

Vlak voordat ik ontdekt werd.

Marterachtigen hebben, sinds ik in de jaren 90 van de vorige eeuw onderzoek deed aan Steenmarters in Nijmegen, een speciaal plekje bij mij. Dus ondanks dat de Bunzing ook allerlei vogeltjes eet, ben ik blij hem in de polders tegen te komen.

Wat de vogels betreft, was het rustig in de polders. Elf Lepelaars stonden te rusten in de Veerpolder en er waren veel Grauwe Ganzen. De gebruikelijke soorten van de afgelopen weken waren met een klein aantal aanwezig. 
De Kokmeeuwen zijn allemaal verdwenen, op 1 juveniel na. Deze heeft 2 kapotte vleugels en gaat het dus waarschijnlijk niet redden. Meevliegen met de rest zat er in ieder geval niet in.

Juveniele Kokmeeuw met 2 kapotte vleugels.

Wel nog aardig om te vermelden waren een Witgatje en een Oeverloper.

Oeverloper in de Veerpolder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.