zondag 5 april 2020

Kluten en krulharen (en de eerste Rietzangers)

Nou nou, poe, poe, gut, gut, dat duurde lang voordat de Kluten in de telling verschenen. Al weken worden ze gemeld, maar op de zondagochtend wilden ze zich tot nog toe niet laten zien. Vanochtend dan eindelijk wel. Met z'n vieren liepen ze bij de Grutto's in de Veerpolder.

Eindelijk Kluten in de telling.
Maar voordat ik de eerste Kluten te pakken had, hoorde ik de eerste Rietzanger èn de eerste Blauwborst van dit jaar. Die deden niet zo moeilijk. De Blauwborst was donderdag al gemeld, maar de Rietzanger nog niet. Beide lieten zich helaas niet zien, dus geen foto. Wel zoals gebruikelijk een geluidsopname van de Rietzanger.


Beide soorten zijn netjes op tijd, al is het voor de Rietzanger aan de vroege kant.

Nog een nieuwe jaarsoort, zij het een exoot, zwom samen met 2 Knobbelzwanen in de Hennepoelpolder: een Zwarte Zwaan. Deze Australische soort heeft jaren geleden broedpogingen gedaan in de polders, maar nooit succesvol. Dat krijg je ervan als je besluit in januari een nest te gaan bouwen. Dan is het hier duidelijk nog te koud.

Zwarte Zwaan in de Hennepoelpolder.
De man Zomertaling heeft gezelschap gekregen van een vrouw en zit nog op dezelfde plek, tussen de Wintertalingen. De afgelopen tijd zijn er ook nog andere Zomertalingen gemeld.  Samen met de Slobeend, Wilde Eend, Tafeleend, Krakeend en de Kuifeend zijn de eenden weer goed vertegenwoordigd in de polders.
De soepeend, de niet helemaal zuivere vorm van de Wilde Eend en herkenbaar aan kleurafwijkingen, heeft haar eerste pullen. En dat zijn er best veel: 13.

Soepeend met 13 pullen.
En dan nu even terug naar de titel van deze blog: krulharen. Om me niet teveel te verplaatsen i.v.m. de corona-richtlijnen èn omdat ik een nieuwe macro-lens heb gekocht, fotografeer ik momenteel veel insecten in mijn tuin. Zo ook de volgende zweefvlieg.

Zweefvlieg op de meidoorn in de tuin.
Netjes gemeld op waarneming.nl, maar onder de verkeerde naam. Heel snel kreeg ik te horen dat het niet om het Micaplatvoetje ging, maar om het zeldzamere Krulhaarplatvoetje. En dus ging ik op zoek naar de krulhaar. Die blijkt op de dijen van de voorpoten te zitten. De beharing van de rechtervoorpoten van de platvoetjes is bij de mannetjes kenmerkend te zijn per soort.
Een paar dagen later kwam ik hem weer tegen, dus richtte ik me op die ene haar op de voordij. En jawel hoor, die ene haar was netjes gekruld!

De gekrulde haar waar het Krulhaarplatvoetje zijn naam aan dankt.
Toen ik studeerde, was er een onderzoeker die keek naar de gaatjes in bepaalde delen van de vrouwtjes van bepaalde roeipootkreeftjes. Als student begreep ik dat niet helemaal, vond ik het wel heel specifiek. En nu kijk ik naar de gekrulde haar op de rechtervoorpoot van een mannetje zweefvlieg. Inmiddels begrijp ik die onderzoeker wel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.