zondag 2 februari 2020

Stijgers en dalers 2019

De regen weerhield me vanochtend van tellen. Een mooi moment dus om binnen met een bakkie koffie eens te kijken naar de stijgers en dalers van 2019. Hieronder de meest opvallende.

Stijgers

In de Veerpolder zijn de rietvogels duidelijk aan een opmars bezig. Zowel Kleine Karekiet, Rietzanger als Bosrietzanger werden nog nooit zo vaak en/of met zoveel exemplaren geteld als in 2019.
De belangrijkste verklaring hiervoor is de toename van geschikt broedhabitat in deze polder. De voorgaande jaren leek de afname van broedhabitat in de Hennepoelpolder invloed te hebben, maar daar was vorig jaar ook sprake van een toename. In 2019 werd voor alledrie deze soorten het eerste exemplaar in de Veerpolder waargenomen. Dat duidt er dan weer wel op dat de Hennepoelpolder langzaam aan populariteit aan het inboeten is.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Kleine Karekieten in de Veerpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Rietzangers in de Veerpolder.
Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Bosrietzangers  in de Veerpolder.
Minder sterk dan de rietvogels nemen de Winterkoning en de Roodborst nog steeds toe. Ook zij maken gebruik van het aanwezige riet, maar zijn ook afhankelijk van de bomen in het gebied. Daar waar de echte rietvogels in de periode april-september aanwezig zijn, zijn de Winterkoning en de Roodborst er voornamelijk in de periode oktober-maart.


Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Roodborsten.

De laatste, opvallende, stijger die ik hier wil noemen is de Bergeend. Zowel qua aantallen als qua aantal tellingen was 2019 een topjaar voor deze soort. Zat de Bergeend in de beginjaren ongeveer in de helft van de tellingen, inmiddels is dat opgelopen tot zo'n 90%. En als ze er zijn, dan is dat meestal met een groep van 9-10 exemplaren. En dan tel ik de pullen die vorig jaar ook aanwezig waren nog niet eens mee.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Bergeenden in de Veerpolder.

Dalers

Echt opvallende dalers waren er niet in 2019. Alle dalingen zijn eigenlijk al eerder ingezet en komen dus niet onverwacht.

Met de Meerkoet gaat het nog steeds niet beter. Dat was ook niet te verwachten, aangezien er geen toename is geweest van nest- en foerageermogelijkheden. Sinds het begin van de tellingen is het percentage tellingen met Meerkoeten redelijk stabiel gebleven en het gemiddeld aantal exemplaren per telling vrij letterlijk gedecimeerd.


Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Meerkoeten.
Toch een beetje opvallend is de afname van de verschillende eendensoorten. In de meeste gevallen gaat het om een afname in aantallen, maar bij de Slobeend ook om een afname in het aantal tellingen. Waardoor deze afname wordt veroorzaakt is mij niet duidelijk. De meeste eendensoorten waren met name in de wintermaanden in groten getale aanwezig, dus wellicht heeft het iets te maken het milder worden van de winters. Hoe dan ook, de gemiddelde aantallen per telling zijn in veel gevallen meer dan gehalveerd ten opzichte van de beste jaren.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Krakeend, Hennepoelpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Slobeenden, Veerpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Wintertalingen, Hennepoelpolder.

Ontwikkeling gemiddeld aantal en percentage tellingen met
Wintertalingen, Veerpolder.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.