zondag 19 mei 2013

Van Bosruiter naar Bosrietzanger

Vanochtend erg vroeg wakker geworden, dus al om half 7 in de polders aangekomen om de wekelijkse telling te doen. Er zijn duidelijk wat wijzigingen aan de gang in de vogelstand.

Direct bij de ingang van de Veerpolder liep een Lepelaar druk heen en weer, met de snavel van links naar rechts door het water maaiend.

Foeragerende Lepelaar.




Het was vrijwel windstil en het zonnetje kwam langzaam door. In het bosje bij de werf zat een Koekoek luid te roepen. Even later vloog hij naar de hoogste populier op de zuidwesthoek van de Veerpolder om vervolgens naar het noorden weg te vliegen. Ik hoorde hem later nog aan de overkant van de Warmonder Leede.


Koekoek in de Veerpolder. De eerste dit jaar.
In de Veerpolder zat niet één Bosruiter meer en ook de Wintertalingen zijn allemaal verdwenen. Die laatste zal de komende twee maanden elders vertoeven en in juli weer terugkeren. Wel zat er nog 1 Grutto.
De Kleine Plevieren (4 stuks) hebben de afgelopen tijd gezelschap van een Bontbekplevier. Ze trekken, lijkt wel, gezamenlijk op en zijn meestal te vinden aan de oostkant van de Veerpolder.

Één van de Kleine Plevieren in de polder.
Ook aan de oostkant, in het Elzen-Berkenbosje zat een Staartmees. Dit is een nieuwe soort voor de tellingen.

Ik probeer al een tijdje een Oeverloper op de foto te krijgen. Dat is erg lastig, omdat ze nogal schuw zijn en regelmatig verdwijnen in de oeverrandjes. Vandaag is het gelukt. Nog niet zoals ik hem graag hebben wil, maar het begint er een beetje op te lijken.

Oeverloper.
In de Hennepoelpolder kon ik de eerste Bosrietzanger van het jaar scoren. Een klein beetje later dan normaal, maar wel op zijn vaste plek. Hij zat luid te zingen in de wilgen tegenover het boerenlandje. Voor zover ik me kan herinneren is dat de plek waar hij elk jaar als eerste gezien wordt door mij. De zang was een mengeling van allerlei andere vogelgeluiden, waaronder de Blauwborst (waarvan ik ook nog één echte heb terug kunnen vinden), de Tjiftjaf en de Kleine Karekiet.
Het zat sowieso vol met rietvogels. Met 6 Kleine Karekieten, 5 Rietzangers en 3 Rietgorzen was het een drukte van belang.


2 Rietzangers, waarvan er 1 - wat atypisch - hoog
in een Es aan het foerageren was.
Het is de tijd van de pullen in de polders. Naast de Grauwe en Grote Canadese Ganzen, met resp. 56 en 28 pullen in het telgebied, heb ik 2 Kievit-pullen gevonden in de Veerpolder en 6 Meerkoet-pullen in de Hennepoelpolder. De Fuut had haar jongen (2) meegenomen naar net buiten het telgebied, net als veel van de Grauwe en Grote Canadese Ganzen.

Meerkoet met pul.
Uiteindelijk leverde deze ochtend 33 soorten op in de Veerpolder en 28 in de Hennepoelpolder. In totaal zaten er in het hele gebied 44 verschillende soorten.


Een Visdief contrasteert mooi tegen de achtergrond van baksteen.

1 opmerking:

  1. Weer een mooi resultaat. Leuk dat er weer een lepelaar is, die is een tijd afwezig geweest. Hopelijk volgen er meer. Ook leuk dat er kievitpullen zijn, die had ik nog niet gezien, wel van de fuut (toen nog 3) en meerkoet, vorige week. De gansjes worden al snel groot. Heb jij al jonge eendjes gezien? (wilde eend, bergeend, kuifeeend?).
    Ik ga deze week nog een keertje naar de polder (als het weer mee werkt).

    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.